Debat

Op 26 mei 2009 is de NEN-problematiek in een commissievergadering van de Tweede Kamer besproken.

Alle commissieleden hebben aangegeven dat NEN-normen waar in wetten naar wordt verwezen beter beschikbaar moeten zijn. Over de kosten was men niet eensgezind. De VVD pleit voor gratis beschikbaarheid. Voor het overige gaan er stemmen op voor in ieder geval niet meer dan een soort kostprijsvergoeding en voor studenten wordt het wenselijk geacht dat normen gratis worden.

Minister Van der Laan was helder in zijn standpunt over de status zoals zijn ministerie dit nu beoordeelt: het huidige systeem van verwijzing is correct en de overheid is niet gehouden aan publicatie en hiermee het gratis beschikbaar stellen. Tegelijkertijd heeft de minister aangegeven dat hij duidelijkheid wil verschaffen over de mogelijkheid de normen beter te ontsluiten en beschikbaar te stellen. De afkoop van auteursrechts wordt, zoals reeds eerder aangekondigd, onderzocht. Dit betekent in zijn ogen niet dat de normen dan ook gelijk volledig gratis beschikbaar komen.

Onduidelijk is vooralsnog welke nomen het precies betreft. In het debat is gesproken over de meest belangrijke normen en de normen waarnaar in het Bouwbesluit wordt verwezen. Of dit alle normen vanuit regelgeving aangestuurd betreft, inclusief de verdere verwijzingen, is niet uitgesproken. De minister heeft de toezegging gedaan om voor het einde van het jaar met een standpunt over de beschikbaarheid van de NEN-normen te zullen komen. Vanuit de VVD, Kamerlid B.I. van der Burg, is de vraag aan de minister gesteld “Of er nu reeds in de budgetten rekening mee kan worden gehouden?” De minister gaf aan dat dit niet gaat lukken omdat er nog andere ministeries bij betrokken zijn. Ook heeft de minister aangegeven dat het geen urgentie heeft.

Het debat heeft geen nieuwe inzichten opgeleverd. De Kamerleden konden zich vinden in de toezegging van de minister om voor het einde van het jaar met een standpunt over de beschikbaarheid van NEN-normen te zullen komen.

Bespiegeling

Het is en blijft een ongerijmdheid dat de minister enerzijds aangeeft dat het huidige systeem van verwijzing naar NEN-normen helemaal correct is en vervolgens toch nu de afkoop van het auteursrecht wordt onderzocht. Waarom een wijziging van het systeem onderzoeken als het huidige systeem helemaal correct is? De globale aanduiding “meest belangrijke normen uit het Bouwbesluit” staat in contrast met de inzet van de NEN-zaak “normen waarnaar in wetten wordt verwezen.” Dit betreft alle normen in alle wetten inclusief de doorverwijzingen. Het is teleurstellend dat de Tweede Kamer, in lijn met de minister, na meer dan 10 jaar onduidelijkheid plus tal van onderzoeken en aanbevelingen over de kenbaarheid van normen, bouwregelgeving, constructieve veiligheid en brandveiligheid, geen urgentie ziet en genoegen neemt met de toezegging van de minister dat er voor het einde van het jaar een “standpunt” zal komen. Het is teleurstellend dat het niet over de kansen gaat, de positieve effecten van heldere regels, regels die iedereen eenvoudig kan raadplegen. Het gaat in hoofdzaak over het geld gaat: wie betaalt er op welke wijze voor de regels? Het deel “wie” is hierbij heel simpel: links of rechtsom, we betalen het met ons allen, het zit immers in alle producten en diensten verdisconteerd. Gelet op de omvang van de regels en normen is de huidige afnemerspecifieke werkwijze kostenverhogend gelet op de vereiste handelingen en middelen die gepaard gaan met het beheren, opvragen, versturen en betalen van de normen.

Een bindende uitspraak in de NEN-zaak is een vereiste om tot helderheid te komen.

Ondanks de teleurstellingen zijn wij positief over de mogelijkheid, de kans dat de kwestie uiteindelijk tot betere, heldere regelgeving zal leiden.