Forum

Het forum is gesloten. Meediscussiëren is niet meer mogelijk...


E. van Liempt | Geplaatst op: 16-01-2013
Beste heer (Rob) van Gestel;
Als antwoord op uw vraag zijn er op de algemene normen nationale bijlagen van toepassing. Dat betekent in mijn vakgebied als constructeur bijvoorbeeld dat er voor iedere norm ook los daarvan een nationale norm ("nationale bijlage") bij aangeschaft moet worden. Op die manier wijkt per artikel en per land de regelgeving alsnog af doordat met name de te rekenen factoren per land afwijkend zijn gespecificeerd. Dit komt bijna in ieder artikel voor. Voor geologische aspecten is dit zelfs (begrijpelijkerwijs) volledig afwijkend middels een voor Nederland aangewezen afzonderlijke norm. De regelgeving is per land anders; in ieder geval (voor zover ik heb kunnen zien) voor mijn vakgebied.

Rob van Gestel | Geplaatst op: 27-11-2012
Volgens mij is het juridisch zo dat waar het gaat om geharmoniseerde Europese normen, de inhoud gelijkwaardig dient te zijn in iedere lidstaat. Daarom heet het ook geharmoniseerd. Het enige verschil zou de vertaling mogen zijn. Maar indien men voor de Engelse tekst zou gaan van de geharmoniseerde standaard dan zou die m.i. in iedere lidstaat in principe gelijk moeten luiden. Wat ik me daarom afvraag is of je niet de geharmoniseerde Europese norm daar kunt kopen waar deze het goedkoopste is. Mag de Nederlandse overheid toepassing van een Europese geharmoniseerd standaard weigeren enkel omdat u de norm elders heeft aangeschaft?

Het kan toch niet zo zijn dat Europese geharmoniseerde normalisatienormen grote prijsverschillen vertonen in diverse lidstaten en dat het bedrijven verboden is om de norm daar aan te schaffen waar deze het goedkoopst is. Stel bovendien dat ik een Duits bedrijf ben dat in NL een product op de markt wil brengen of iets wil bouwen waarvoor EN normen gelden dan mag de NL overheid dat bedrijf m.i. niet weigeren om dezelfde goedkopere standaard in bijv. de Engelse taal te gebruiken. Iets anders zou namelijk betekenen dat je buitenlandse bedrijven zou kunnen weren door de prijs van de Nederlandse vertaling op te drijven.
J. Janssen | Geplaatst op: 20-10-2012
Mee eens; Er is naar mijn weten ook geen enkel Nederlands bedrijf welke het aandurft om de voorheen in Nederland geldende voorschriften te hanteren sinds de invoering van de Eurocode. Ondanks dat ze voorheen als goed werden beschouwd door alle instanties, worden ze nu door de controlerende instanties afgekeurd. Kennelijk blijkt de theoretische gelijkwaardigheid in de praktijk absoluut niet aantoonbaar.
E. van Liempt | Geplaatst op: 20-10-2012
Aanvulling:
1. Het voorbeeld van de wapeningsafstand is uiteraard slechts een van de vele voorbeelden.
2. Stel dat controlerende instanties zouden moeten instemmen op basis van gelijkwaardigheid: dan zouden ze allen alle gebruikte alternatieve normen moeten aanschaffen om kennis te kunnen nemen van de randvoorwaarden. Dus in de praktijk betekent dit dat iedere willekeurige gemeente bijvoorbeeld diverse Duitstalige normen aan zou moeten gaan schaffen. Je neemt ten slotte niet zomaar aan dat afwijkingen toelaatbar zijn omdat het kennelijk in de andere norm zo vermeld zal staan.
E. van Liempt | Geplaatst op: 20-10-2012
Wat betreft de vraag van R. van Gestel op 7 Augustus. Bedoeld u waarom een bedrijf niet kiest om bijvoorbeeld een Duitse DIN norm aan te schaffen in plaats van een NEN-EN norm? Indien de NEN-EN uit andere landen met Nederlandse bijlage wordt bedoeld, dan ben ik benieuwd waar die te verkrijgen is. Indien u inderdaad bijvoorbeeld de DIN-norm bedoeld dan ben ik benieuwd hoe wordt aangetoond dat deze gelijkwaardig is aan de NEN-EN. Ik heb als voorbeeld hier een berekening van een zwembad met betonnen bouwstenen liggen. Bouwvergunningsvrij wordt dit ook in nederland toegepast. De wapening zit h.o.h. 500 mm aan de buitenkant. In Nederland zou dit op basis van de oude en nieuwe Nederlandse normen worden afgekeurd. De wapening mag maximaal h.o.h. 250 mm zitten. Indien een gemeente stelt dat dit niet gelijkwaardig is gezien de afwijkende maximale h.o.h. afstand, dan sta ik als constructeur nergens: Het is in de praktijk niet aantoonbaar. Daarnaast zitten de bedrijven in Nederland niet op rechtzaken met de staat te wachten; de klant wil bouwen en geen maanden oponthoud.
Dat is de reden waarom ik voorstander ben voor gratis inzage van de in Nederland geldende voorschriften.

Mocht ik er naast zitten en iemand anders dit anders zien dan verneem ik dit heel graag!
Rob van Gestel | Geplaatst op: 22-08-2012
Zie mijn bijdrage over de "Knooble-case" in tijdschrift voor wetgevingsvraagstukken, RegelMaat 2012 nr. 4 pagina 249 en volgende. Een uitgebreidere Engelstalige versie waarin wordt ingegaan op Fra.bo SpA volgt snel
Rob van Gestel | Geplaatst op: 07-08-2012
Weet iemand waarom bedrijven geharmoniseerde Europese normen niet bij de goedkoopste nationale normalisatie instelling aanschaffen? De meeste hebben toch een webshop en de teksten zijn in dat geval inhoudelijk identiek als het goed is (zeker als je de Engelse versie neemt). Hoe kan het dan dat er zulke grote prijsverschillen bestaan? Ik begrijp dat niet. Zijn er belemmeringen om je normen bij andere nationale normalisatie instellingen te kopen? Hoe zit dit?
Gerben van der Steen (teamleider handhaving) | Geplaatst op: 06-08-2012
De HR heeft een onjuiste aanname gedaan. In r.o. 3.5 geeft zij aan dat de NEN-normen \'zijn gericht tot personen en bedrijven die zich beroepshalve met het bouwen bezighouden en de kosten van het kennisnemen en het navolgen van de NEN-normen worden verdisconteerd in het ontwerp-, bouw- en onderhoudsproces.\'
Dit is (deels) onjuist. De rijksoverheid heeft er voor gekozen dat er steeds meer vergunningsvrij kan worden gebouwd. Daardoor wordt er meer gebouwd door particulieren en minder door professionals. De NEN-normen zijn niet bereikbaar voor een particulier (zeker niet als die dik moet betalen) met als resultaat dat veel vergunningsvrij bouwwerken niet conform bouwbesluit worden gebouwd. Als een burger geen geld wil/kan uitgeven aan een aannemer, architect of tekenaar, zal hij dat zeker niet doen aan een stapel NEN-normen.

Mijn stelling is dan ook: openbaar toegankelijke NEN-normen zorgen voor een betere kwaliteit van de bouwwerken.
Rechtspraktijk BAWA-Haaksbergen | Geplaatst op: 21-07-2012
Wordt vervolgd.............. ook bezien vanuit het arrest van het Europese Hof van Justitie van 12 juli 2012 rolnummer C‑171/11 waarbij aan de orde kwam vrij verkeer van goederen – maatregelen van gelijke werking als kwantitatieve beperkingen – nationaal certificeringsproces – vermoeden van overeenstemming met nationaal recht – en de toepasselijkheid van artikel 28 EG op particuliere conformiteitsbeoordelingsinstantie.

De zaak C‑171/11, is te lezen op : http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=CELEX:62011CJ0171:NL:HTML en betreft een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 267 VWEU, ingediend door het Oberlandesgericht Düsseldorf (Duitsland) bij beslissing van 30 maart 2011, ingekomen bij het Hof op 11 april 2011, in de procedure

Fra.bo SpA versus Deutsche Vereinigung des Gas‑ und Wasserfaches eV (DVGW) – Technisch‑Wissenschaftlicher Verein en geeft als conclusie dat artikel 28 EG moet aldus worden uitgelegd dat het van toepassing is op de normerings- en certificeringsactiviteiten van een privaatrechtelijke organisatie wanneer de nationale wetgeving de door deze organisatie gecertificeerde producten als in overeenstemming met het nationale recht beschouwt en dit de verhandeling van producten die door deze organisatie niet zijn gecertificeerd, bemoeilijkt.

WORDT VERVOLGD DUS !

Rechtspraktijk BAWA Haaksbergen | Geplaatst op: 20-07-2012
Wat zijn de gevolgen van de uitspraak van de Hoge Raad der Nederlanden van 22 juni 2012 (LJN: BW0393, Hoge Raad , 11/01017 Bouwbesluit 2003 NEN-normen juncto bouwbesluit 2012 juncto artikel 6.174 BW juncto artikel 6:162 e.v. BW ? Wordt vervolgd !
Rob van Gestel | Geplaatst op: 29-06-2012
Heeft iemand wel eens uitgezocht of nationale normalisatie-instellingen dezelfde tarieven in rekening brengen voor geharmoniseerde Europese normen?
In de Europese consultatie wordt gesuggereerd dat dit niet zo is. Als dat juist is is m.i. sprake van een ongeoorloofde handelsbelemmering. Het gaat dan immers om op EU niveau vastgestelde geharmoniseerde normen ter implementatie van EU richtlijnen waarvoor verschillende tarieven in rekening worden gebracht. Kan iemand me helpen om dit eens uit te zoeken.
Rob van Gestel | Geplaatst op: 29-06-2012
Aan die pleitnota is met alle respect geen touw vast te knopen. Het is een grote woordenbrei (vol met taalfouten). Ik zie ook niet wat het nut is van een complete pleitnota op dit forum te deponeren. Leg eens in een paar regels uit waar het over gaat. NEN normen en Europese normen worden altijd gemaakt met behulp van belanghebbenden. Dat alleen is onvoldoende om van belangenverstrengeling te kunnen spreken. Wat is de link met de Knooble zaak? Veel succes in Straatsburg, maar zo zal het niet gaan lukken vrees ik.
BAWA c.s. | Geplaatst op: 28-06-2012
In Straatsburg (EVRM) staat een zaak op de Rol m.b.t. het voorzorgsbeginsel terzake onvrjwillige blootstelling aan elektromagntische straling. In de nationale (Nederlandse) procedure zijn alstoen de nennormen van apparatuur die elektromagnetische velden teweeg brengt ingebracht welke thans ter mede-toetsing voorligt. Te lezen op stopumts.nl. Onderstaand treft U een pleitnota aan casus Nma.
_____________________________
_____________________________

Haaksbergse UMTS-zendertechniekkast onderdeel van bezwaar in hoorzitting bij Nma
Pleitnota van Paul Baakman namens reclamanten

Casus : 6965
Bezwaarschrift van Geduide B.V. en BAWA c.s.

Nederlandse Mededingingsautoriteit (Nma)
Hoorzitting november 2010


Reclamanten: Geduide B.V. en BAWA Juridische Dienstverleningen
Raadsman Paul. Baakman

Verweerder: Nma
Gemachtigde:???

Derde Belanghebbende
Nederlands Normalisatie Instituut
Gemachtigde:???????...
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------

M.d.V., Leden van de Nma-hoorcommissie,

Reclamanten hebben tijdig bezwaar aangetekend tegen de beschikking waarvan bezwaar.
Hedenmorgen trof ik op mijn kantoor de brief van Nma d.d. 29 okt. 2010 no. 6965/B89 aan met bijlage van de NNI d.d. 26 oktober 2010.

Vooreerst wordt opgemerkt dat t.a.v. ontvankelijkheidcriteria i.c. van belang is dat reclamanten zich beroepen op art 13 EVRM inhoudende dat een rechtsgang een effectieve remedie dient te zijn in de zin van het door Nederland geratificeerde verdrag. Het prioriteitsbeginsel kan i.c. geen opgeld doen nu het Hof reeds heeft bepaald dat de administratiefrechtelijke bezwaarschriftenfase kan worden aangemerkt als begin van procesgang welke valt onder de eerbiedigende werking van art 6 EVRM . In die zin is het beroep van de geachte tegenpleiter van het NNI op jurisprudentie van het CBB d.d. 4 november 1998 achterhaald.

Rechtens is niet van belang het gestelde door de gemachtigde van NNI doch het gegeven dat art 17 van de NNI-stichtingsstatuten het openbaarheidvereiste van de codificatie terzijde schuift. De tarieven conflicteren in die zin dat het zijdens reclamanten wordt aangemerkt als een handelsbelemmering. De vraag is de Kombiplast BV en BAWA daardoor rechtstreeks in hun wettelijke te beschermen belangen worden geraakt. Het antwoord is ja en zulks is uitvoerig gemotiveerd in het bezwaarschrift. Reclamanten hebben dagelijks met verwezen NEN-normen te maken.. Nu zulks onomstotelijk vaststaat zijn beide reclamanten belanghebbende in de zin van de Awb. Het al of niet voorkomen van de namen van reclamanten op de NNI-klantenlijst is in casu volstrekt irrelevant.

De stelling op blz, 2 eerste alinea onder ?beoordeling? dat het Nma niet bevoegd is om te bepalen of het de NEN-normen een algemeen verbindend karakter hebben is niet geheel juist.
Als juist moet worden aangemerkt dat zulks wel geld voor de niet verwezen NEN-normen (normen afstelling tussen privaatrechtelijke partijen) doch dat zulks niet opgaat voor de verwezen NEN-normen. Het Nma is een bestuursorgaan in de zin van de Awb en zij dient o.g.v. het zorgvuldigheidsvereiste dit nader te onderzoeken alvorens zij ex-nunc in heroverweging op het bezwaarschrift beslist. Het feit dat er zaken onder de rechter zijn ontslaat het Nma als bestuursorgaan niet van haar wettelijke onderzoeksplicht.

Het deel van de activiteiten van het NNI dat te maken heeft met de niet-verwezen NEN-normen dienen te worden aangemerkt als economische activiteiten. Doch zulks geldt idem voor dat deel van de activiteiten die te maken hebben met de verwezen NEN-normen. T.a.v. beide voornoemde activiteiten valt het NNI als een onderneming in de zin van de Mw aan te merken. In casus is m.b.t. het laatstgenoemde deel sprake van een bestuursorgaan die zich als onderneming gedraagt. Dit wordt deels miskend door het Nma in haar beschikking d.d. 31 augustus 2010. De Nma dient in de beschikking op bezwaar aan te geven wat de juridische status van het NNI m.b.t het activiteteitendeel t.a.v. verwezen NEN-ormen. (PBO of publiekrechtelijke instelling zoals bedoeld in het EG-verdrag zoals bij woningcorporatie enz. enz. )

De privaatrechtelijke overeenkomst tussen de Staat der Nederlanden en het NNI afgesloten de dato 29 februari 2009 is niet tot stand gekomen via Europese aanbesteding of nationale aanbesteding in de zin van het EG-verdrag. (zie jurisprudentie stadion AZ- Alkmaar )
Voornoemde overeenkomst is derhalve onverbindend van aard nu het door het Nma gestelde wettelijke monopolie niet op een wijze ingevolge het Europese recht tot stand is gekomen.

De door reclamanten gestelde misbruik van monopoliepositie moet o.a. ook worden gezien in het licht van het feit dat de staat der Nederlanden als private partij binnen de overeenkomst van 29 februari 2009 het publiekrechtelijk recht welke zij waarborgt t.a.v. verstrekking van wetgeving, verordeningen, beleidsmaatregelen enz . desgevraagd op basis van om-niet verstrekt aan alle natuurlijke ?en rechtspersonen in Nederland. Het tarief mag alsdan zijn het kopieertarief en niet gemiddeld 65,-- euro per verwezen nen-norm. In dat verband is niet beslissend wat de Raad van State vindt (zij behoort niet tot de rechterlijke macht).

Uit de winst die het NNI maakt bij de verkoop van de privaatrechtelijke normen, cursussen enz dient zij de verwezen-NENnormen te fabriceren/publiceren. Lukt dat niet dan moet zij bij de Nederlandse Staat aankloppen en niet de kosten trachten om te slaan op reclamanten. Het afsluiten van de overeenkomst van 29 februari 2009 behoort tot het ondernemersrisico van het NNI waarvan akte.

Niet alleen de tarieven doch ook voornoemde overeenkomst van 29 februari 2009 werkt handel-belemmerend. Reclamanten worden daardoor in hun wettige belangen getroffen. Reclamanten zijn ondernemers weshalve zij ontvankelijk zijn in hun bezwaren t.a.v. de negatieve beschikking van het Nma van 31 augustus 2010

Het NNI ontwikkelt niet zelf de NEN-normen doch publiceert ze via een een protectie-systeem middels verkoop. Het Nma heeft een zelfstandige bestuursrechtelijke bevoegdheid en is derhalve niet afhankelijk van de status van het kabinet op moment van beschikken. Het instituut zoals B. en W en/of kabinet vervalt nooit.
Wel verandert de zitting nemende poppetjes in een College van B. en W. en/of kabinet doch het is onjuist dat het Nma zich laat leiden door de ingenomen dat er nu sprake is van een demissionair kabinet. Overigens is daar op dit moment geen sprake meer van.
Uit het jaarverslag-2009 van het NNI blijkt een omzet bijna 33 miljoen euro. Uit de verkoop van normen werd reeds 12 miljoen euro op de rekening van het NNI geschreven.
Niet duidelijk is welk bedrag daarvan is geïnd t.a.v. de gewezen NEN-normen zoals o.a

?NEN-normen die betrekking op alle sectoren zoals o.a. de chemische industrie ? elektronica ? energietechniek ? telecomindustrie - vloeistof systemen ? verfindustrie ? gezondheidszorg ? lucht- en ruimtevaart ? milieu en veiligheid - militaire zaken - voedingsmiddelenindustrie ? bouw- telecommunicatie enz. en de daarop van toepassing zijnde Nederlandse wet-en regelgeving waaronder de bouwregelgeving (o.a. woningwet, bouwbesluit en bijbehorende verordeningen enz.) alsmede de milieuwetgeving (o.a. wet milieubeheer enz.) alsmede alle brandveiligheidsvoorschriften alsmede o.a. de telecommunicatiewet, wet arbo enz. enz.?

Het economisch belang is enorm weshalve een nader onderzoek geheel in de rede ligt gelet o.a ook op het communautaire belanghebbende begrip juncto art. art 82 EV in zaken met een Europeesrechtelijke dimensie. ( Zie o.a. E. Steyger, besturen in het Europese recht. Over de invloed van het communautaire recht op de nationale bestuursrechtelijke tradities ,oratie VU Den Haag p. 26) Zie dit in het licht van het feit dat NNI een prerogatief uitoefent bij vergunningverleningen in de EU-lidstaat Nederland t.a.v. verwezen NEN-normen.

De Rotterdams Rechtbank concludeerde in 2006 dat de hoogte van de tarieven de strekking hebben om de mededinging te beperken. De leges bij bouwvergunningen wordt mede bepaald door begroting en maatstaven zoals normen van het NNI. In de aanvraag van een bouwvergunning moet op het daartoe verlangde formulier de aanneemsom ingevuld incl. BTW. Daarbij gaat de gemeente uit van de NEN-norm 2631. Dat is de methode ven berekenen van het NNI. Deze omstreden methode wordt ook gebruikt om te bepalen of de wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur BIBOB dient te worden toegepast.


De verwezen NEN-normen worden A.V.V. als een publiekrechtelijke regeling zegt dat je eraan moet houden. Dus de toelichting in de Bekendmakingswet is helemaal niet strijdig met bijv artikel 3 van de Woningwet. Verder zijn de regels over bekendmaking bedoeld om de kenbaarheid van wet- en regelgeving te waarborgen. Dat hangt dus samen met het legaliteitsbeginsel, dat is vastgelegd in internationale verdragen waaraan getoetst kan worden. NEN-normen van het NNI kunnen alleen tegen betaling worden verkregen en zijn dus niet voor het algemeen publiek beschikbaar.

Mede van belang zijn de juridische factoren van juridische kwaliteit zoals vervat in hoofdstuk 6 en gepubliceerd in\'\'Alles in een keer goed. Zie o.a. daartoe :Juridische kwaliteit van bestuurlijke besluitvorming : Kluwer 2005

De notificatierichtlijn 98/34 EG en 98/48 en EG voorzien in een preventieve controle door de Europese commissie op nationale regels die handelsbelemmerend kunnen zijn waarbij het gaat om technische voorschriften m.b.t. producten of diensten van de informatiemaatschappij zoals o.a. verwezen NEN-normen

De tarieven van de verwezen NEN-normen werken handelsbelemmerend.

(In de zgn. Eurowob-verordening (Vo 1049/2001) zijn regels neergelegd mbt de openbaarheid van
stukken van de Commissie, de Raad en het EP. Deze verordening dient te worden bezien in
combinatie met de nationale Wet openbaarheid bestuur (Wob).
Alle verwezen NEN-normen dienen te worden genotificeerd ingevolge voornoemde Europese richtlijnen en de stukken zijn openbaar althans behoren zonder enige tarief belemmering ter hand te worden gesteld.

Ten onrechte is het overzicht zoals opgenomen in het antwoord op Nma-vragen van 18 oktober 2010 door het Rotterdamse advocatenkantoor d.d. 26 oktober 2010 de omzet en afnemers weggelaten m.b.t. Nen-normen verwezen in wet-en regelgeving enz. ( zie blz. 2 schema) . Ook het aantal betalende afnemers van nen-normen zijn niet vermeld. Er is geen indicatie gegeven van de grootte van de afnemers. Een inschatting van de winstmarge over 2009 is door het NNI achterwege gelaten.

Daarnaast is de Construction Products Directive (CPD 89/106 EEG ) cq richtlijn bouwwerken van kracht welke harmonisatie van afzonderlijk eisen van bouwproducten voorschrijft.
Deze voorschriften en eisen verschillen per lidstaat.en mogen geen handelsbelemmeringen vormen. De Geharmoniseerde Europese Normen (HEN,s) vervangen de nationale vergelijkbare normen (in Nederland dus de NEN-normen) en zij komen in CEN-verband tot stand. (CEN =Europenne Committee for Standardization) waarbij het gaat om mechanische sterkte en stabiliteit ? brandveiligheid ? hygiëne ? gezondheidszorg en milieu ?gebruiksveiligheid ? geluidshinder ? energiebesparing en warmtebehoud.

De toepassing van de CPD is in de Nederlandse bouw vastgelegd in het bouwbesluit 2003 en respectievelijk aan de verwezen nennormen in het bouwbesluit. Bij grote bedrijven is dat veelal reeds geregeld. (Grotere bedrijven maken veelal deel uit van de normencommissies van het NNI) maar de kleinere bedrijven blijven achter .(kostenaspect) Er zijn ongeveer 400 productnormen gereed weshalve heel veel bouwproducten zijn voorzien van CE-markering.
De CE-markering is verplicht voor producten waarover Europese technische specifiacties bestaan . (HEN en o.a. ETA)

De bemanning/bevrouwing van de Nen-normencommssies is niet bij wet geregeld. De achterhaling van de Nen-normen wordt bemoeilijkt vanwege het feit dat de Nederlandse wetgever een aantal zaken bouwvergunningsvrij heeft gemaakt waaronder inhanging UMTS, HSDPA,WIMAX, LTE zenders en benodigde bijbehorende techniekkasten in zendmasten t.b.v. allerlei vormen van mobiele (beeld)-telefonie )

Wat als voorbeeld o.a. opvalt is dat bijv. van Nen-1010 een verkoop bevorderend effect uitgaat.
De Nen-normencommssie die de norm samenstelt bestaat deels uit fabrikanten van installatiemateriaal. De Nen-1010 wordt deels gemaakt door de belanghebbende fabrikanten. De commissies die de Nen-normen samenstellen bestaan deels uit fabrikanten uit de elektronische- en telecomindustrie weshalve gelet op het verkoopbevorderend effect, sprake is of kan zijn van belangenverstrengeling.

Nu de verwezen Nen-normen ook verwijzen naar andere wettelijke normen in zowel nationale- en Europese wet en regelgeving, behoren zij niet te worden uitgepond door het NNI.

De belanghebbende reclamant, zijnde Geduide B.V die o.a kunststof halffabrikaten produceert, samenstelt, en levert heeft in de administratiefrechtelijke bezwaarprocedure aangegeven in welke range zij kennis moet dragen van Nen-normen en van verwezen Nen-normen. Het bedrijf is aktief op de Europese markt.

Het bedrijf BAWA levert alle juridische dienstverleningen binnen alle rechtsgebieden op zowel de Nederlandse alswel de Europese markt en dient vanuit dien hoofde te beschikken over alle Nen-normen, zowel verwezen als niet verwezen.

WESHALVE het bestreden besluit bij een ex-nunc beschikking op bezwaar, ongeacht de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag in de Knooble-casus, niet in stand kan blijven.

Tot zover in eerste termijn !

RECHTSPRAKTIJK BAWA
J.P.E. Baakman
Raadsman

Rob van Gestel | Geplaatst op: 28-06-2012
Ik drukte te snel op de knop. In Frau.bo Spa heeft het Hof nog geen uitspraak gewezen. Alleen is er al wel een conclusie van de AG. Ik ben er echter vrijwel zeker van dat het Hof de AG zal volgen.
Rob van Gestel | Geplaatst op: 28-06-2012
Beleidsregels zijn niet te vergelijken met NEN-normen. Beleidsregels berusten op een (publiekrechtelijke) bestuursbevoegdheid en kunnen overigens wel degelijk externe werking hebben via de beginselen van behoorlijk bestuur. Daarom moeten ze ook worden gepubliceerd. Van de Afdeling bestuursrecht sparen is geen sprake. De Hoge Raad kan de afdeling namelijk helemaal niet overrulen. Dat is eerstejaars staatstrecht.
Voor Knooble ligt er een kans via het Hof van Justitie met een beroep op de Frau.bo Spa zaak, waarin het Hof door de private sluier van een private normalisatie-instelling heen prikt om te voorkomen dat lidstaten anders de vrij verkeer bepalingen omzeilen. De redenering van de AG in deze zaak zou naar analogie op het NNI kunnen worden toegepast. Van handelsbelemmeringen is mijns inziens wel degelijk sprake als het waar is, zoals ik heb gelezen, dat normalisatie-instellingen in diverse landen hele verschillende bedragen rekenen voor dezelfde geharmoniseerde Europese normen. Zou iemand mij kunnen bevestigen of dat waar is.


BAWA | Geplaatst op: 27-06-2012
Publiekrecht en politiek.NL heeft het over NEN-normen en het lekkende legaliteitsbeginsel.
Inderdaad, de vergelijking met andere pseudo-wetgeving, beleidsregels, dringt zich op. Ook dat zijn geen algemeen verbindende voorschriften omdat ze niet berusten op een wetgevende bevoegdheid. Maar die moeten wel gepubliceerd worden en kunnen nimmer verplichting aan burgers opleggen.

De Advocaat-Generaal toonde zich bewust van het gat dat ontstaat als je de NEN-normen uit het avv-begrip duwt, en daarmee ook buiten het bereik van alle voor avv’s geldende waarborgen. Hij vond dat een ‘reële mogelijkheid tot kennisname’ moest bestaan. De Hoge Raad gaat daar niet op in. Het schotelt staatsrechtgeleerden uitsluitend deze kluif voor:

"Het hof heeft, met juistheid, geoordeeld dat er algemeen geldende normen zijn die niet tevens “algemeen verbindend voorschrift” zijn in de zin van de Bekendmakingswet, en dat het in deze zaak om zodanige normen gaat".

Het spreekwoord : de geit en de kool worden gespaard" gaat in casu niet op. Duidelijk is wie er wordt gespaard en dat de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State ontsnapt.

Uiteindelijk zal deze zaak wel in in finale Europeesrechtelijke zin worden beslecht bij het Europese Hof van Justitie te Luxemburg.

Knooble, bedankt voor jullie strijdvaardigheid !

Tot ziens!
RECHTSPRAKTIJK BAWA-HAAKSBERGEN



Rob van Gestel | Geplaatst op: 26-06-2012
Weten jullie dat er in Duitsland een vergelijkbare tegenbeweging bestaat waar het gaat om de kosten voor normalisatie? Het gaat om: Initiative gegen die Direktgeltung privater Normen im Bauwesen’. Deze club heeft ook een website: http://www.enev24.de/idin/news/pub/home.php

Deze vereniging verzet zich tegen de Duitse wetgeving die de beslissing van het Bundesverfassungsgericht over vrije verkrijgbaarheid van normen heeft terug gedraaid.


P.H.J. Plass, directeur Knooble | Geplaatst op: 26-06-2012
Mee eens. Of wij doorgaan richting Europa is mede afhankelijk van substantiële steun bijvoorbeeld van brancheorganisaties.
Rob van Gestel | Geplaatst op: 26-06-2012
De Hoge Raad kon moeilijk anders. Een afwijkend oordeel had geleid tot tweespalt met de Raad van State. Uit het oogpunt van rechtseenheid is het onwenselijk als twee hoogste bestuursrechters tot een tegengesteld oordeel zouden komen.

In feite is dit een Europees probleem. Op dat niveau zal het uitgevochten moeten worden. De herziening van de rol die standaardisatie speelt door de Europese Commissie is daarvoor een goed aangrijpingspunt. De Commissie is voorstander van het meer betrekken van standardisation bodies bij beleid en regelgeving. Dan moet je denk ik ook de toegankelijkheid van de normen beter waarborgen. Dat daar een probleem bestaat weet men bij de Commissie ook, bijv. alleen al omdat nationale normalisatie-instituten hele verschillende bedragen in rekening brengen voor "hun" normen. Dat lijkt mij een een kwestie van handelsbelemmeringen.

Ik denk dat het laatste woord hierover nog niet gezegd is.

P.H.J. Plass, directeur Knooble | Geplaatst op: 26-06-2012
Mee eens. Gelijkwaardigheid wordt gebruikt als escape: “Het kan ook op een andere manier” … is de stelling. Gelijkwaardig aan wat? Je zult hoe dan ook de normen moeten raadplegen. Iedere bouwvergunning is gebaseerd op BVO. Hoe bereken ik dat gebaseerd op gelijkwaardigheid of zonder norm? De berekening conform NEN is heel expliciet: dit reken je mee, dit niet … Met de beste wil van de wereld kun je geen (gelijkwaardige) berekening van het BVO maken en overleggen zonder de norm. Hetzelfde geldt voor andere vereisten. De grenswaarden zijn zonder de normen inhoudsloos en niet te begrijpen.

Een mooie test: zet diverse “experts” bij elkaar en vraag ze een bouwplan te maken wat voldoet aan de wettelijke vereisten … maar … doe dat zonder de verwezen NEN-normen”. De uitkomst is volgens mij op voorhand al helder: dat is onmogelijk.

Dat gezegd hebbende: de Hoge Raad heeft geoordeeld! Daar moeten we het voor nu mee doen.
Toon alle forumberichten...